‘Dat is Tim Hofman van Boos!’ riep mijn dochter. Ik was al een paar keer naar de keuken gelopen om te kijken naar de cameraploeg die achter op het veld stond. Drie meisjes met hoge hakken stonden wiebelend in het zompige gras zo’n tien meter verderop. De jongen kwam me bekend voor, maar pas toen mijn dochter zijn naam riep wist ik waar ik naar aan het kijken was. De vrouw die hij interviewde stond met haar rug naar mij toe. Ik herkende haar niet. Is ze boos op ons? vroeg ik me af.
Ik dacht aan alle redenen die ze kon hebben om boos op ons te zijn. De lijst in mijn hoofd werd langer en langer. Evolueerde razendsnel van concreet tot zeer abstract. Van: -mensen die zooi onder een zeil in hun achtertuin opslaan. Tot – mensen die hun huis verbouwen. Tot – mensen. Ik begreep haar wel. Ik had me net die ochtend ingeschreven voor een vervolgcursus mediteren die me door mijn eigen onrust en frustraties moet helpen ademen. Waardoor ik nu dus officieel geld betaal om stil te zitten en adem te halen. Ook wel iets om weer een beetje boos over te worden.
Anyway. Wax on, wax off.
Ik schonk een vierde kop koffie in om via het keukenraam nog een glimp op te vangen van het tafereel op het veldje. Vanuit de woonkamer klonk het geluid van de Youtube-filmpjes van eerdere afleveringen die mijn dochter aan het kijken was. Bij de gedachte aan een cameraploeg die zich elk moment kon omdraaien om met draaiende camera op onze achterdeur te bonzen, liep ik snel de gang in.
Misschien heeft het niets met ons te maken, dacht ik zo mindful mogelijk. Het is gewoon een handig veldje. Een grasveld aan de rand van de stad, aan de rand van het park. Het is handig voor van alles. Zo’n plek waar je altijd je lachgaspatronen, blikjes Redbull en gestolen scooters kwijt kunt. Waar je nog zonder gezeur je hond kunt uitlaten terwijl je een zak vol zonnepitten uitspuugt. En waar je dus ook prima met je cameraploeg terechtkunt en een beetje boos kunt zijn.
Ik ademde in, en weer uit. Ik was even trots op het veldje achter het huis. Een niemandslandje aan de rand van van alles waar iedereen welkom was.
Heel even, echt maar een halve seconde hoor, was er alleen maar nu.