Rebel

R
‘Geboren in?’
-Schiedam, zeg ik.
Dus je bent een Rotterdammert?
-Schiedammert? zeg ik.
Toch niet voor Feyenoord hoop ik?
-Een beetje, zeg ik. Soms, als ze verliezen vooral.
En Schilder dus hè. Uit Volendam toevallig?
-Schiedam zeg ik.
Er waren verzachtende omstandigheden hoor. Het was vrijdagavond, bijna middernacht. En ik was de 15e die hij moest verhoren over de actie van Extinction Rebellion bij het ABP. Maar toch. Deze rechercheur ging de code niet kraken vanavond.
Hij stond aan de ene, en ik aan de andere kant van het luik, tussen ons in een stalen celdeur. Het geluid galmde alle kanten op.
Op alle andere vragen was mijn antwoord ‘geen commentaar’ zoals altijd. Ik wilde hem alles vertellen. Zoals altijd. Ik wilde tegen hem zeggen dat hij ons de volgende keer niet hoeft te arresteren.
Grootouders, predikanten, klimatologen, moeders, leraren, hoogleraren, gepensioneerde artsen: waarom zouden ze een kantoor bezetten? Niet omdat ze niks beters te doen hebben, niet omdat het radicale types zijn.
Ik wilde zeggen dat ook hij mee kan doen. Dat ook zijn pensioen straks geen stuiver meer waard is.
Ik deed het maar niet. Het was een lange dag. Ik rook naar zweet. Mijn handen bleven maar trillen. Ik wist dat er een grote kans was dat we de nacht in de cel moesten doorbrengen, daar had ik me op voorbereid, maar ik zag er als een berg tegenop. Het verhoor was klaar. Het luik ging dicht. Geen idee hoe lang ik hier nog moest blijven.
Door een wonderlijk toeval waren we naar het cellencomplex West gebracht, nog geen vijf minuten fietsen van mijn huis. Dat gaf me een vertrouwd gevoel. Wat raar is, want wat maakt het uit, in een cel op loopafstand of twintig kilometer verderop. Je zit vast en die cellen zien er overal hetzelfde uit. Maar het voelde toch goed. Mijn dochters lagen hier vlakbij in hun slaapkamers bij hun vader. Ik kon als ik straks vrijkwam naar huis lopen. Er konden mensen bij me logeren als dat nodig was. (dat bleek nodig)
De gedachte die me elke keer weer overeind houdt op dat geplasticifeerde matrasje en synthetische wegwerpdekentje: hoe lang je ook in die cel zit, er is altijd iemand van XR die buiten op je wacht. Letterlijk. Op de parkeerplaats voor het cellencomplex zit iemand net zo lang tot iedereen vrij is. In de kou, in de regen, in de hitte, op een bankje, op de stenen, op het gras. Van acht uur s’ ochtends tot na middernacht wisselen ze elkaar in diensten af.
Rebellen wachten op elkaar.
Je zit alleen in die cel. Maar je bent niet alleen.
Ik voel het door de muren heen.
Door Cathelijn Schilder

Cathelijn Schilder

Schrijft, geeft les, leest

Cathelijn Schilder (1980, Schiedam)
zzp’er | Amsterdam | Schrijver | Schrijfdocent | Creatief Schrijven | Redacteur | Korte verhalen | Romans | Columns | Radio | Onderwijs | Uitgeverij Nieuw Amsterdam | Hogeschool voor de Kunsten Utrecht |

Ik heb een vrij complexe relatie met beamers, powerpointpresentaties, airconditioning en systeemplafonds. Maar ik kan goed improviseren.

Een aantal dagen van de week zit ik in mijn eentje achter een computer. Dat valt niet mee voor iemand uit een groot gezin. Dus er is niets wat me blijer maakt dan een schrijftraining in Beverwijk; een workshop op een middelbare school in Spijkenisse; of een lezing in de bibliotheek van Rolde. Ja echt!