Na anderhalve dag zoeken met een berg natte vakantiewas in mijn armen lijkt het er toch echt op dat ik mijn droogrek kwijt ben.
Het ding is niet meegegaan op vakantie, dus daar kan ie niet liggen. Het reisgezelschap was zeker ruimdenkend te noemen, maar als ik met een droogrek op mijn rug de berg was opgeklommen, zouden ze daar wel wat van gezegd hebben.
Nu elke deur en elke strook verwarming in het huis volhangt met kleren en handdoeken verdenk ik een inbreker met een fettish. Of misschien wil mijn droogrek me iets duidelijk maken over mijn chaotische huishouden.
Gisteren kreeg ik het voor elkaar om na vijf dagen kaartlezen en routes volgen het meetingpoint op het station niet te vinden. Google Maps moest me na drie rondjes stipje voor stipje naar de goede plek leiden. Die vijf dagen op een berg hebben me in één klap ongeschikt gemaakt voor het vinden van dagelijkse dingen.
Onderweg naar mijn tweede prik fietste ik vanmorgen langs beelden van een kunstenares die ik ken. Ik wilde haar een appje sturen, maar twijfelde ineens. Haar naam en werk zijn gewoon bekend inmiddels. Is het niet gênant als ik nu ga appen? Krijgt Tommy Wieringa nog een appje van zijn vrienden als ze zijn boeken in de winkel zien liggen? Bellen de vrienden van Lady Gaga als haar nummer op de radio is?
Er is een moment dat je daarmee stopt natuurlijk. Maar zie maar eens het goede moment te vinden. Je gaat altijd net één appje te lang door.
Maar misschien zit ze nu op de bank en denkt ze vertwijfeld: die beelden staan daar, maar niemand ziet ze, waar doe ik het allemaal voor? Zelfs van Cathelijn hoor ik niets en die laat toch altijd wel iets weten.
En heeft ze toen uit frustratie mijn droogrek gestolen.
Het kán!