‘Heb je contant geld bij je?’ vroeg de klusjesman. ‘Alleen pasjes,’ zei ik. Ik zat naast hem in zijn Tesla met mijn tas op schoot.
‘Ik zit in de crypto,’ zei hij. ‘En ik heb wat bedrijfjes in AI met een vriend van me.’ Ik had hem niets gevraagd, hij begon er zelf over. Bij elk restaurant, café, winkel, bedrijventerrein waar we langsreden vertelde hij me welke vriend van hem de eigenaar was.
‘Cool,’ zei ik elke keer.
Zijn ouders hadden een kleine supermarkt in het centrum en hij werkte er ook veel. Hij had ook nog lang met een sportbeurs op Amerikaanse universiteiten gestudeerd. Tot er in de winkel een loodzwaar luik op zijn been viel en een eind maakte aan zijn sportcarrière.
‘En je bent dus ook klusjesman,’ zei ik.
‘Ja,’ zei hij. ‘Ik hou ervan om mensen te helpen. En ik heb tijd over. Maar jouw klus is echt heel moeilijk. Jouw deur is moeilijk.’
Hij had vrij betoverende helblauwe ogen en hij leek me ook slim. Maar ik vervloekte mezelf dat ik op mijn leeftijd nog om onduidelijke redenen bij een vreemde man in een auto was gestapt. Niemand wist waar ik was en wat ik deed. Het zou voor iedereen altijd een raadsel blijven wat er met mij was gebeurd en al die tijd lag ik in een olievat op de bodem van het Noordzeekanaal.
Op de lange rechte weg op het bedrijventerrein ging de Tesla 110. Ik voelde hoe ik in mijn stoel gedrukt werd alsof ik in een vliegtuig zat dat ging opstijgen. Bij de rotonde remde hij snel weer af en reden we het parkeerterrein van de Hornbach op.
Uiteindelijk was ik degene die de goede schroeven, de cilinder en het slot vond. Omdat ik zelf afrekende, hoefde hij daar geen extra kosten voor te rekenen, legde hij mij uit. Daarom nam hij mij mee. ‘Dat is goedkoper. Ik help graag mensen,’ zei hij nog een keer.
We reden terug in de Tesla. Het gat in de deurpost werd groter en groter. Ik rekende met hem af terwijl de deur nog niet dichtkon.
Hij vroeg me of ik een goede review voor hem achter wilde laten. Ik gaf hem vijf sterren. Misschien omdat ik hoopte dat dat mijn deur zou kunnen redden. Ik schroefde wat haakjes in de deurpost en wikkelde er een oud springtouw omheen. Zo bleef ie in elk geval een beetje dicht. Een situatie die zomaar maanden kon duren voordat ik de moed kon opbrengen er wat aan te doen.
Ik belde mijn vader. Hij ging meteen de volgende dag aan de slag om de boel te redden. En toen ging de bel. Het was de klusjesman.
‘Ik kom gratis vandaag,’ zei hij. ‘Ik help graag mensen.’